Schotertuin

Doetuinen Haarlem tot 2005

De in het vorige hoofdstuk beschreven opzet leverde voor de gemeente, ondanks de inzet van diverse vrijwilligers, veel werk op. Het was dan ook niet verwonderlijk dat toen de gemeente in het begin van deze eeuw moest gaan bezuinigen het voortbestaan van de doe-tuinen ter discussie werd gesteld.

De gemeente bleek onder een aantal voorwaarden bereid de doe-tuinen te laten bestaan.

Er moest een stichting worden opgericht van vrijwilligers. Deze stichting moest bereid zijn het beheer en het onderhoud van het complex tuinen op zich te nemen.
Een groep vrijwilligers stak de koppen bijeen en riep deze stichting in het leven.

Joost Post was bereid als deskundige de stichting bij te staan. En zo ontstond op 9 sept 2005 de Stichting Doe-Tuinen Haarlem. Het stichtingsbestuur kon vanaf dat moment overleggen met de gemeentelijke instanties over de wijze waarop de complexen overgedragen zouden worden.

De formule was dat elk tuincomplex een tuincommissie van vrijwilligers zou oprichten. Deze tuincommissies moesten zo veel mogelijk zelfstandig het eigen terrein “op orde” brengen en houden.

Dat gebeurde dus ook voor de Schotertuin.


Zo zag het terrein van de schooltuinen en doe-tuinen er in 2005 uit.

Bij de Schotertuin speelden diverse problemen.
Allereerst moest het grote terrein van school- en doe-tuinen gesplitst worden op verzoek van de schooltuinen. Tussen de twee stukken grond moest een hek komen en de doe-tuinen moesten een eigen ingang krijgen.
Het terrein dat voor de doe-tuinen bestemd was was deels al in gebruik voor dat doel en deels al jaren braak liggend. Dus diende dat “gebruiksklaar” gemaakt te worden. Dat hield o.a. ook in dat de drainage verbeterd moest worden, want die functioneerde niet goed.
Voor het gereedschap en voor het opbergen van allerlei materiaal was slechts een oude container beschikbaar, die ooit door de gemeente daar geplaatst was. Dat zou niet voldoende zijn voor de toekomst.
Voor het onderhoud van het terrein was groot gereedschap nodig. Immers de gemeente zou daar niets meer aan doen en de tuincommissie moest dat groot onderhoud in eigen beheer gaan doen.


Het deel van het terrein dat al jaren braak lag.

Op het gemeenschappelijke terrein was ook een toilet voor de tuinders beschikbaar in het centrale gebouwtje. Op het afgescheiden terrein was die voorziening er niet. En de tuincommissie vond dat wel noodzakelijk, ook gezien de leeftijd van veel tuinders. Hierin speelde ook een rol dat de tuincommissie vanaf het begin samen wilde werken met het verzorgingshuis in de buurt: de Schoterhof. De directeur van de Schoterhof was in die tijd ook voorzitter van de Stichting Doe-Tuinen. Dus de samenwerking was al min of meer ingecalculeerd!
De afscheiding tussen het terrein van de doe-tuinen en het Schoterbos was erg slecht. Verroest en deels voorzien van gaten. Dat kon zo niet blijven.

Kortom: Werk aan de winkel voor de vrijwilligers van de tuincommissie!!!

vorigevolgende